dinsdag 31 mei 2011

Il Lupo

St. Jean spreekt tot u:

Ik moet bekennen dat het analyseren van deze renner (beter bekend als T.B.)geen sinecure was. Normaal gesproken kan ik, zeker tegenwoordig vanaf mijn verheven positie die voor een beter overzicht zorgt (en wellicht ook door het gebrek aan alcohol hierboven), vrij direct en vrij scherp zien hoe een renner in het peloton steekt.

Maar bij deze renner ligt dat anders.

Dat lag niet aan mij, maar aan de renner zelf. Zo op het eerste gezicht is hij de aardigheid zelve. Voorkomend en uitermate beleefd: zelfs als hij een glaasje cola voor je inschenkt, is de kans groot dat hij even het etiket toont. Niet uit gewoonte, maar puur ter geruststelling van de gast. Verzorging van de ander is niet zomaar zijn beroep, het is zijn tweede natuur, zo lijkt.

Maar in hoeverre is die opoffering ter wille van de ander niet ook een façade? Hebben we het hier niet eigenlijk over de spreekwoordelijke wolf in schaapskleren?

Ik begrijp, dit kun je niet zomaar roepen, zelfs niet zo’n man als ik. Maar let eens op het (immer dalende) vetpercentage van deze renner. De gesoigneerde benen. De voorbereiding voor de koers (wie slaapt er met de kaart van Frankrijk onder zijn kussen?). Zijn schriftje waarin hij alle afgelegde kilometers tot op het detail bijhoudt . En als laatste: let de laatste tijd op zijn glimlach als hij moeiteloos het tempo volgt of zelfs aangeeft. Het zijn signalen van wat komen gaat.

Hij is er klaar voor. De dag(en) waarin hij de andere renners zal laten kraken. De koersen waarin hij als een nieuwe Bahamontes in adelaarsvlucht de toppen van de Alpe d’Huez en Mont Ventoux omcirkelt. Het beeld waarin hij zichzelf als eerste de streep ziet overschrijden, de vuist gebald, het gezicht schuin omhoog geheven, dat is wat hem drijft.

Niks ‘die ander’. ‘Ik’ is de energie van deze man. U bent gewaarschuwd.

zondag 29 mei 2011

Heel blijven

Als je ergens lang voor traint, vaak een duursport waarbij de uiteindelijke prestatie ook lang duurt, dan train je dus lang. En in zo’n lange periode liggen de gevaren om de hoek. Ergens gedurende dat proces, kan er immers van alles mis gaan.

Een valpartijtje, een spierscheurinkje, een wielbreukje, een rugpijntje, een hartoperatietje, een you-name-it-je, het zijn allemaal zo van die oorzaken die ervoor kunnen zorgen dat er uiteindelijk even niet gestart wordt. Daarbij schijnt er overigens een wetenschappelijk bewezen samenhang te zijn met het aantal grijze haren der deelnemers.

Met ons peloton is het, helaas, zo moet gezegd, niet anders.


‘Heel blijven’ is het motto van de duursporter, zeker naarmate het uur U nadert. Maar het is geen vanzelfsprekendheid. Je hebt immers niet alles in de hand. Jezelf en je materiaal, dat is nog aardig te controleren, maar de ander, die fietser van links, dat gat in de weg, het hortende en stotende hartklepje, die zie je niet zomaar aankomen.

Het is daarom niet gek dat ook wielrenners een beroep doen op de voorzienigheid. Meer specifiek kun je verzoeken om verschoond te blijven van onheil kwijt bij de Madonna del Ghisallo.


In 1632 verscheen Maria aan de Graaf van Ghisallo terwijl hij op de vlucht was voor struikrovers en ze werd daarom de patroonheilige van reizigers. In 1949 werd ze - op voordracht van een ongetwijfeld wielergekke priester -door Paus Pius XII uitgeroepen tot beschermheilige van de wielrenners.

Het kerkje dat ter ere van dit alles werd gebouwd - nu een bedevaartsoord voor wielrenners - staat langs de route van de Ronde van Lombardije in Italië. Dat is niet helemaal in de richting, maar voor hen die het nodig hebben…

woensdag 25 mei 2011

Stiekem



De spanning stijgt. Depart in minder dan 4 weken. Ons uitgebreide netwerk van cyclo-observatoren (in de volksmond wielren-NSB-ers) heeft een duidelijk verhoogde frequentie van fietsbewegingen waargenomen. En dat zonder dat ze gemeld zijn op TeamSnap.

Zo schijnt rijder P. de J. al in de vroege ochtend de Spottershill op te rijden. En is naar wij vermoeden klimmer T.B. - met uren er tussen - tweemaal waargenomen in de omgeving van Heemstede (en route van/naar het Kopje van Bloemendaal?). J.R. offert zijn vrije woensdagen op voor trainingsritten van ‘effe een paar uur’. En vooruit, B. van H. heeft gefietst op maandag. Maar dat was meer uitrijden.

De spiertonus wordt zo opgevoerd. En behalve stiekeme kilometers is er ook ongetwijfeld stiekeme hoop op nog wat gewichtsverlies (zag ik daar iemand niet drinken op het feest van zijn schoonvader?).

Waar zal het toe leiden? Wellicht tot een bloedige strijd op de flanken van de Ventoux met een mooi slotakkoord naast het monument voor Tommie Simpson…

Maakt die extra arbeid eigenlijk allemaal nog wel wat uit en kan er niet beter voor rust worden gekozen? De Tour win je in bed! 

maandag 23 mei 2011

Hrd, hrdr, hrdst



Gstrn gingn w n stkkie ftsen. Zo rchting Alphn n d Rn. Dr zgn w Bb d Jong vrbij kmn. Drna rchting d Myen. Moi gbied. Drna bgn ht stds hrdr t wain n fnshten we met 53,5 pr ur ovr d dk.

Wat ik maar bedoel te zeggen, als het heel hard gaat, dan mis je nog wel eens wat. Gisteren was zo’n dag. Lentini miste uiteindelijk de adem om nog te praten (en dat wil wat zeggen). En weer anderen misten het overzicht om die mooie bochten eens lekker aan te snijden, want het was vrouwen en kinderen eerst. Er zijn er die de lullepot onderweg missen. Kortom, hard fietsen is leuk, maar het is net als met een ijsje: iedere keer zo’n traktatie gaat ook vervelen.

Het hoorbare gemor in het peloton verdient daarom een luisterend oor. Volgende keer doen we ook iets aan het uitzicht en het sociale gehalte van de sport en misschien ook nog wel een kopje koffie met een koekje.

Tot volgende week!

maandag 9 mei 2011

John Sache-Reijnders

St. Jean spreekt tot u:

Op een andere plek op het wereld wijde web staat deze renner al als bovenstaand aangeduid. Om te voorkomen dat het lijkt alsof hiermee een verwijzing naar een overheerlijke Sacher-Torte wordt bedoeld, lijkt het mij juist hier te vermelden dat we het daarentegen hebben over een verwijzing naar de aard van de renner: hij wil nog wel eens chagrijnig (ABN) of sacherijnig (volkstaal) zijn.

Op de momenten waarop zijn bijnaam van toepassing is, heeft hij – behalve zijn dan donkerbruine tot gitzwarte blik - dan ook helemaal niets van een heerlijk chocoladetaartje maar is het meer zoals het woordenboek omschrijft:

"Zich steeds gedragend als iemand, die iets heeft wat hem hindert, te weten eene klagende, afgunstige, soms tergende onvriendelijkheid aan den dag leggend (...)."

Het bijzondere is dat hetgene hem hindert na grondige analyse altijd de renner zelf blijkt te zijn. Ook al reageert hij het af op zijn omgeving, het is in feite vooral zijn eigen onvermogen dat hem in de weg zit. Het gevloek begint als hij niet kan aanpikken, de bocht mist, pijn heeft of andere mentale dan wel fysieke tekortkomingen opspelen. Hij gromt, knort, spuugt en vervloekt de wereld maar bedoelt zichzelf.

Dat hij vooral zelf het onderwerp van gesprek is, blijkt als hij op afstand alleen rijdt. Ook dan gaat het ongenoegen onverminderd door. Met regelmaat zelfs met het schuim op de bek.

Ons Johnnie is kortom een oermens.

Daar is overigens niks mis mee. Maar zoals onze voorouders dankzij de ontwikkeling van hun brein nieuwe stappen in de evolutie wisten te zetten, zou het voor John goed zijn als hij zijn eigen kleine evolutiestapje weet te maken. Het erkennen dat iedere renner – en hij dus ook – wel ergens in de koers een dipje heeft, zal zijn mentale weerbaarheid waarschijnlijk vergroten. Op dat moment wordt het oppassen voor die oerkrachten die voortaan alleen nog maar in zijn dijen tot uiting komen.


PS. De aerodynamica van deze renner verdient overigens nog speciale aandacht. Met de wind schuin van linksvoor, is John de ideale waaierrijder. Blijf rechts achter hem en je wordt vanzelf meegezogen. De wind van rechtsvoor daarentegen is het moment om te demarreren. John hapt dan wind als een kiepauto met de bak omhoog (of was het nou precies andersom?).


vrijdag 6 mei 2011

Potverkaatje

Ga je op een nietsvermoedende vrijdagmiddag een stukkie rijden en dan heb je opeens een rondje Haarlemmermeer gedaan in gemiddeld 32,5 km/uur. En dat dan nagenoeg solo. Lekker, maar ook best pittig.