maandag 31 januari 2011

N.O. K.O.?!


Wind tegen is een hufter. Zeker in deze tijden wil het nogal eens een strakke Noord-Ooster zijn, die zomaar met kracht 5 of 6 in je donder blaast. En dat is niet fijn bij deze temperaturen. Het vreet en ontmoedigt. Alsof er een goedgemutste huisvrouw op een moederfiets met voorop een blozende baby, achterop een dikke peuter en goed gevulde fietstassen lekker aan je zadel gaat hangen.

Maar, ... de hufter valt te bevechten en is Knock Out te krijgen.

Het gevecht is er een van mentale volharding en fysiek vermogen. Als die Noord-Ooster bij het draaien van de bocht zich opeens aandient en de eerste stoot uitdeelt, is het een kwestie van direct pareren. Vol beuken. En als je denkt dat het zwaar wordt, ga je nog een keer voor een serie stoten. Links, rechts. Links, rechts. Hoek, hoek, hoek, hoek.

Dan komt er een moment dat je denkt "dit wordt niks". Maar juist dan, moet je opnieuw gaan. Diep graven voor je tweede of misschien wel derde adem en uithalen. Links, rechts. Hoek, hoek. En dan hoor je 'm zachtjes kreunen. De hufter.

Dat is het moment van euforie. "Zie je wel, ik kan 'm hebben. Ik ben er doorheen." En echt, je fietst opeens veel lichter en makkelijker. Met een brede grijns op je gezicht. "Gewonnen!".

Langer dan een kilometer of drie moet dit gevecht overigens niet duren, want dan ga je kapot en is die grijns waarschijnlijk een vorm van zuurstofgebrek. Maar wel gewoon blijven doen! Daar wordt je een betere vechter van.

zaterdag 29 januari 2011

Sergei Bropskin


Heren renners, het volgende kan ik u niet onthouden. Vanochtend bericht de Volkskrant in Het Nieuwe Schavot over een nieuwe dichtbundel 'een bloemlezing van dadaistische wielerpoezie'. Daarin onder andere het gedicht van de Rus Sergei Bropskin (met pet) die in 1968 een week in een hotelbed lag met een racefiets en daarna het volgende schreef:

O zadeltje zacht,
o zacht geil zadeltje/
ik neem je,
waar je wilt, zadeltje/
Elke opening is de mijne.

Bestellen dus die dichtbundel!

zaterdag 22 januari 2011

Leontien stopt


Vandaag heeft ons Leontien (Tinus voor intimi) bekend gemaakt de samenwerking met dit blog met wederzijdse instemming te stoppen. Een geemotioneerde Leontien:

"Nee, dit was het niet joh. Eigenlijk begrepen we elkaar helemaal niet. Ik weet niet wat die gasten willen. Tips over kerstdiners en rode wijn. Daarvoor moet je helemaal niet bij mij zijn. Van fietsen weet ik behoorlijk wat, maar verders...".

Jammer dus?

"Nee, helemaal niet. Blij dat ik er van af ben. Ik huil ook meer van het lachen."

Misschien last van een Erben-Wennemars-bij-Paul-de-Leeuw-gevoel?

"Zie je. Dat bedoel ik nou. Ik ben Leontien. Geen Erben. Pleurt op joh."

De ghostrider zwijgt en stemt toe.

zondag 16 januari 2011

De Posttrein?


Ook dit blog wil natuurlijk aandacht geven aan Peter Post, de man die het wielrijden naar een ander niveau wist te brengen. Het woord teamdiscipline was in zijn tijd direct aanleiding voor teamdominantie (12 etappes winnen in 1 tour?), al had hij daar wel talenten als Jan Raas, Gerrie Knetemann en Joop Zoetemelk voor tot zijn beschikking.

Het is vooral in die jaren zeventig en tachtig - de tijd waarin de meeste leden van ons peloton natuurlijk voor de buis gekluisterd zaten - dat het wielervocabulaire behoorlijk is uitgebreid. En daar hebben we vandaag de dag nog veel aan

NB. een letterlijke interpretatie van deze termen is vaak best grappig. Zie ook dit filmpje:



Terug naar ons: zo zaten er vanochtend toch wat leden van het peloton te linkeballen. De een had spontaan last van achterstallig onderhoud, de ander moest naar de kerk (maar ging daar wel op de fiets naar toe) en weer een ander was er wat vroeg bij met het in de remmen knijpen.

Terwijl het er natuurlijk om gaat dat we kilometers maken. Het snot voor de ogen rijden, of sterven in het wiel, kan dan de consequentie zijn, maar dat hoort er toch een beetje bij. En in de training mag je zelfs lange tijd in het wiel zitten.

Het Kopje van Bloemendaal (de Knetemann Klim) was onze oorspronkelijke bestemming. Daar reden we met de wind in ons hol naar toe (ik twijfel even over deze omschrijving). Maar aangezien Lance daar met twee vingers in zijn neus tegenop reed (ook wel: omhoog dansde) en dat niet goed is voor het moraal, zijn we daarna doorgereden.

Dat betekende echter flink stoempen tegen de wind in. In de theorie van Peter Post hadden we daar natuurlijk als ploeg in een fraaie waaier moeten gaan rijden, maar dat wilde niet zo lukken. Een der rijders zat stuk en het peloton brak. En toen het er echt op aankwam, besloot Lance de boel op de kant te zetten, zodat iedereen met z'n kop in de wind zat. De Buffel kletste er toen nog even tussenuit en daarmee was het spel op de wagen en kwam de rest op achterstand binnen

Kortom, we gaan de lessen van Peter nog eens goed doornemen zodat het er echt op gaat lijken.

donderdag 13 januari 2011

The Nightrider


Lampie voor

Lampie achter

Poepie wind

Stevig tegen

Lekker mee

Zweet

Sjeesen

Lekkurrr


maandag 10 januari 2011

We bellen met Leontien #3

Ha Leontien, het is maandagavond 10 januari en bijna acht uur. Zometeen begint de inschrijving van de Amstel Gold Race, maar de site ligt nu al plat. Kun jij ons helpen?


Nee joh, bier drinken, daar word je hardstikke vet van. Dan kom je die Cauberg nooit op. Nee hoor, gewoon niet doen!


Ennnnnn bedankt.

zondag 9 januari 2011

Lentini

St. Jean spreekt tot u:

Deze rijder heeft een bijzonder karakter. In het dierenrijk zou het een stokstaartje zijn. Nogal onrustig, voortdurend in beweging en iedere seconde op zijn hoede voor naderend gevaar. Vandaar ook dat dit beestje vaak op zijn achterpoten te vinden is, de omgeving afspeurend naar wie-weet-wat. En bij de minste of geringste dreiging, of zelfs maar het vermoeden daarvan, spurt hij terug naar zijn veilige hol.

Het is alsof er ooit een groot onheil over het stokstaartje is gekomen en hij bevreesd is dat dit ieder moment weer kan gebeuren. En een stokstaartje stoot zich nooit tweemaal…
Veilig is het natuurlijk wel, maar in een sport (wereld?) die gaat om zelfontplooiing zou het zomaar kunnen zijn dat het stokstaartje zichzelf tekort doet.
‘Men lijdt het meest onder het lijden dat men vreest’ zou dan ook een toepasselijk tegeltje voor het stokstaartje zijn.

Erik Dekker werd pas echt een winnaar toen hij zich realiseerde dat niet alleen hij pijn had, maar de andere renners ook. “Als dat zo is” dacht hij “kan ik net zo goed proberen weg te rijden”. Dat nieuwe denken bleek cruciaal en leverde hem onder andere 3 Touretappes in 1 Tour op. Hij ging er ook nog eens veel minder van stotteren.

Kortom, een rijder wordt pas een winnaar als hij eerst het gevecht van zichzelf wint. Lentini is naar alle waarschijnlijkheid een groter renner dan hij zich voordoet. Hij moet eerst nog even gaan geloven dat hij van zichzelf kan winnen. Hoedt u voor dat moment!

Gaten in het peloton

Het etymologisch woordenboek geeft de volgende verklaring voor de herkomst van het begrip ‘peloton’:

peloton; 1697; <fr. peloton [kluwentje, balletje, zwerm (bijen)]

De verkleinwoorden geven het begrip iets knuffelbaars, maar het meest kenmerkende is toch wel de verbinding binnen het geheel. Het gaat niet om losse draadjes maar een kluwentje of balletje van een lang draad. Het gaat niet om bijen die ongecoördineerd tegen elkaar opvliegen, maar een zwerm die als ware het via telepathie communiceert en in een vloeiende beweging zijn weg vindt.

De leden en volgers van het peloton praten er ook op die manier over. Het vertrek ‘en groupe’, de dynamiek onderweg: het peloton strekt zich tot een lint, er vallen gaten, in kleine groepjes of waaiers wil men weer hergroeperen. De drager van de rode lantaarn markeert de achterkant van het peloton.

Van 1 grote groep tot kleinere groepjes (in de bergen ‘de bus’): het samen rijden staat centraal.

Ik weet, het heeft iets dubbels, want uiteindelijk moet er toch ééntje winnen. En die moet zich dus losmaken van het peloton al is het met een banddikte op de fotofinish. Maar dan wel via eerlijke strijd en niet via materiaalpech, valpartijen, ziekte of what have you. Het peloton is het peloton en het peloton moet rijden en strijden.

Gaten in het peloton, anders dan via strijd, zien we dus liever niet. Het heeft iets incompleets.

Alsof in die zwerm bijen er eentje is die per ongeluk toch een boom heeft geraakt of verkering met een vlieg heeft gekregen. Of dat er een draadje uit die kluwen is weggewaaid waardoor je er ook niet echt een lekkere trui meer van kan breien. Bijvoorbeeld.

Alsof je gaat fietsen, maar continu het idee hebt dat je thuis iets bent vergeten. En je kan links, rechts, voor en achter kijken, maar je blijft het missen. Dat fietst niet lekker. De geest moet leeg zijn en de energie via de poten in het achterwiel. Dat vraagt om compleetheid.

Een goed peloton is een organisch geheel. Waarbij de individuele delen het geheel maken en er onderweg, maar ook van de weg, een vanzelfsprekende samenwerking is. We starten, we rijden, we roepen, we wijzen, we wachten, we stoempen, we helpen, we finishen.

We zijn het peloton. Jij bent het peloton.

donderdag 6 januari 2011

Twijfel


Zondag vertrekt het peloton weer voor een gezamenlijke training. Althans, als het weer mee zit. Of rijden we bij nat weer ook? Wat dan misschien ook weer afhangt van het soort fiets(en) dat je in de schuur hebt staan… En als dat niet zo is, ben je dan bereid om de Tacx te ontmantelen en die condoomband om te wisselen voor het echte werk?

Pfff. Waarom zou je überhaupt nu al weer gaan rijden? Juni is nog ver weg en het is koud (terwijl we gaan rijden in – ga ik toch van uit – warm weer). Bovendien rijdt er zondag vast weer een of andere ##**@! te hard op kop die me pijn gaat doen. En als ik ergens een hekel aan heb is het pijn. Of was pijn nou fijn?

Trouwens, die eikel van dat tegeltje in die vorige post moet gewoon z’n kop houden. Als ik geen zin heb, dan ga ik niet! Maar ja, dat voelt ook niet goed. In je nest liggen rotten is immers ook niet alles. En dat uitzicht op Kaap Kont ligt er vaker. Vaker dan dat je de fiets op kunt in deze tijden.

Dussssss wat gaan we doen? Stukkie rijden is best lekker.

Ik denk dat ik gewoon maar ga.

Als het weer een beetje mee zit…

Denk ik.

zondag 2 januari 2011

2011

Aan alle lezers: een goed 2011 gewenst. En ter herinnering, dit is het jaar van de Tour de Vie. Kortom, er moet gereden worden. De eerste kilometers zijn gisteren en vandaag alweer begroet.

Met dank aan een betonboer uit Rijsenhout, bijgaand een fijne wijsheid: